Dagboek van een gek
N. Gogol
2014
​
‘Dagboek van een gek’ toont het schrijnende en tegelijk zeer herkenbare gevecht van een onbeduidend figuur - de ambtenaar Poritstjin - tegen de macht en het leven zelf, dat hij alleen maar aan kan binnen de beslotenheid van zijn eigen kamertje en zijn eigen gedachtewereld. Thuis scheldt hij op zijn chef, op het departement durft hij zijn mond niet open te doen. Zijn waanzinnige verliefdheid op de dochter van de directeur weekt hem steeds verder los van de werkelijkheid, tot hij alleen nog in zijn droom leeft.
“Waarom ben ik een ambtenaar?” Vanuit zijn ambitieuze verlangen iemand te zijn en respect af te dwingen, vooral in de ogen van de vrouw die hij liefheeft, beeldt hij zich ten slotte in dat hij de koning van Spanje is. Hij belandt in een inrichting, waar de waan uit hem wordt geslagen. “Wat doen ze toch met mij? Waarom martelen ze me?” vraagt hij zich vertwijfeld af, wanneer hij met geweld uit zijn droom wordt wakker geschud.
Henk Van Ulsen, die het stuk voor het eerst in 1965 in Nederland speelde, zei het volgende:
“Het hele stuk is een pleidooi voor de vrijheid van denken. Laat de mens toch fantaseren dat hij de koning van Spanje is. In alles is vrijheid belangrijk, in de directe contacten om je heen - relaties, liefde, zelfs ten opzichte van mensen die er niet meer zijn.”
Van Ulsen bleef het stuk in verschillende ensceneringen opvoeren tot zijn 71ste.
Uit ‘Dagboek van een Gek’:
“Moedertje, red je arme zoon. Laat een traan op zijn zieke hoofdje vallen! Zie hoe ze hem martelen! Druk je arme, door iedereen verlaten kind aan je borst. Voor hem is op aarde geen plaats! Ze jagen hem op! Moedertje, heb medelijden met je zieke kind!”
met
regie
assistent-decor
productie
kostuum
pruik
techniek
Peter Marichael
Bob De Moor
Deborah Van Acker
Tinnenpot
Claudine Grinwis
Dian Vandecruys
Ken Dutrieue
Dagboek van een Gek |
---|